Tot in de jaren ’70 van de 20ste eeuw werd bij botbreuken ‘tractie ’uitgevoerd. De gebroken botstukken werden met behulp van gewichten ten opzichte van elkaar in de juiste stand gebracht opdat ze ten opzichte van elkaar recht zouden groeien. Er waren ziekenhuizen met aparte ‘trauma- zalen; daar lagen – veelal jonge- mannen wekenlang in tractie. Zij waren absoluut niet ziek en verveelden zich kapot. Dat gaf aanleiding tot het tappen van schuine moppen maar ook tot veel humor onderling. Zo kon het mij gebeuren dat ik als jonge blom in uniform de traumazaal binnenliep en van achter in de zaal een schallende stem hoorde roepen: ‘Zuster, mag ik deze dans van u?’.