Tweehonderd jaar geleden, op 12 mei 1820, werd Florence Nightingale te Florence geboren; dit verklaart haar voornaam. Ter ere van deze pionier van de verpleegkunde riep de WHO 2020 uit tot het ‘jaar van de verpleegkundige en de vroedvrouw’ en organiseerde de EAHN (European Association for the History of Nursing) van 13 tot 15 februari 2020 een congres in haar geboorteplaats Florence, met mogelijkheid tot bezichtiging van haar villa. Drie bestuursleden (Petrie Roodbol, Cecile aan de Stegge en Liesbeth Hesselink) woonden dit congres bij om SHVB in dit internationale gezelschap te presenteren. Tijdens de jaarvergadering van de EAHN en tijdens alle lezingen die ze individueel of samen bezochten, deelden ze een Engelstalige brochure uit die een mooi beeld geeft van de collectie. Ze kregen daar veel complimenten voor, maar ook een uitnodiging van verpleegkundigen uit Warschau (universitaire docenten die ook de Poolse beroepsvereniging representeren) om hún collectie te komen bezichtigen! Dat zou interessant kunnen zijn als het leidt tot uitwisseling met een collega-instelling. Bijzonder was ook dat prof. dr. Karen Nolte, directeur van het Instituut voor Medische Geschiedenis en Ethiek aan de Universiteit van Heidelberg, in haar slotpresentatie van zaterdag 15 februari over het symbolische belang van bepaalde objecten voor de geschiedenis van de verpleegkunde, een van de SHVB lampen van Florence Nightingale toonde, met vermelding van de herkomst.
Hoezo vroedvrouwen bij de geboorte van Christus?
In veel landen – en zeker in Engeland – behoort de verloskunde tot de verpleegkunde. Daarom was op de woensdagavond voorafgaand aan het congres op het British Institute in Florence een speciale bijeenkomst georganiseerd over ‘vroedvrouwen bij de geboorte van Christus’. Jane Salvage, emeritus hoogleraar ‘verpleegkundig leiderschap’ aan Kingston University and St. George’s University of London, onthulde hier dat zij in 2012 geïnspireerd was geraakt tot een studie kunstgeschiedenis over dit onderwerp door Mark Roberts, de gepensioneerde bibliothecaris van het British Institute. Roberts had haar namelijk gewezen op de aanwezigheid van vroedvrouwen op vroege Renaissance schilderijen die deze geboorte verbeelden. Als auteur van het ooit succesvolle boek “The politics of Nursing” vond ze het een blamage dat zelfs zij (een Engelse die bij uitstek opkomt voor belangen van verpleegkundigen en vroedvrouwen) hen nooit had opgemerkt. Haar presentatie had om die reden de veelzeggende titel: “Hidden – In plain sight” (Verborgen – in het volle licht). Roberts en Salvage lieten vervolgens beide schilderijen zien van de geboorte van Christus, in de stal met os en ezel, vaak al met de drie koningen erbij, terwijl op talrijke schilderijen uit de Renaissance ook de twee vroedvrouwen Salomé en Zelmane duidelijk staan afgebeeld, omdat zij de baby in bad komen doen en/of in doeken wikkelen. Vaak staan ze ergens onderaan, of ze komen in de verte aanlopen, weliswaar te laat voor de bevalling, maar duidelijk komend om te helpen. Hoewel ze goed zichtbaar zijn op de schilderijen, zijn deze vrouwen nog nooit beschreven, noch door kunstcritici noch door medische of verpleegkundige historici. De vroedvrouwen in Bethlehem worden in de Bijbel nergens genoemd; zouden ze wel nodig zijn bij een bevalling van een uit een maagd geboren kind? Hoe verloopt zo’n bevalling? In een van de apocriefe boeken worden de vroedvrouwen nog genoemd: Jozef zou hun hulp hebben ingeroepen. Jane Salvage ging in op de twijfel van de beide vroedvrouwen aan de bevalling, ze strekken op bepaalde schilderijen zelfs hun hand uit, kennelijk om aan te tonen dat zij de vagina van de maagd Maria bevoeld hebben op het vloeien van bloed. In de loop van de tijd werden deze vroedvrouwen niet meer afgebeeld. De vraag is nu of dit een illustratie is van de medicalisering van de geboorte of van
Het was interessant om later op de avond van een Florentijnse kunsthistoricus de tip te krijgen dat de meest bijzondere collectie wasmodellen ter wereld van foetussen in de baarmoeder (problematisch te verlopen bevallingen, gemaakt door vroedvrouwen) staat in het Museo Gallileo van Florence, op de tweede verdieping. Dit Museum is verwant aan Rijksmuseum Boerhaave Leiden.
De opening van het eigenlijke congres
Het congres als zodanig begon in een indrukwekkende zaal, in het voormalige Parlementsgebouw van Italië, het Palazzio Vecchio, waar destijds 500 politici in pasten. Een rij van hoogwaardigheidsbekleders zwaaide – merendeels in het Italiaans – de twee Italiaanse organisatoren Cecilia Sironi en Anna de la Torre alle lof toe; op die loftuitingen volgde steeds een hard applaus, al was het maar om warm te worden. De prachtige zaal had namelijk geen verwarming. De beide dames zelf vermeldden vooral dat er uit 26 landen mensen present waren. Daarna hield de voorzitter van de EAHN, Christine Hallett – hoogleraar aan de Huddersfield University in Groot Brittannië, een keynote speech over ‘Visions and Revisions: Florence Nightingale’s Nursing Ideals’. Helaas voor Hallett was zij niet te verstaan door de echo in de zaal. De Belg Paul de Raeve, algemeen secretaris van de European Federation of Nurses Associations, deed luid sprekend een hartstochtelijke oproep aan de drie miljoen verpleegkundigen binnen de Europese Unie om de krachten te bundelen. Hij hamerde vooral op het belang van de zorg voor chronisch zieken.
De presentaties
Tijdens het congres was er een enorme keuze uit (te) korte lezingen over alle aspecten van de geschiedenis van de verpleging; die lezingen werden gehouden door verpleegkundigen en historici niet alleen uit Europa maar ook uit de VS, Canada, Israël en Australië. Er waren enkele pareltjes bij (onder ander van de Nederlandse sociologe Mireillle Hoffman, die een informatieve lezing gaf over de 19-e eeuwse opkomst van drie ziekenhuizen in Arnhem, o.a. onder invloed van de verpleegkundige leidinggevende), maar veelal bleef het oppervlakkig, mogelijk omdat de geboden tijd te kort was. Daarnaast waren er enkele informatieve posterpresentaties. Vooral Kroatië (vertegenwoordigd door drie personen; twee vrouwen en een man) blonk hierin uit. Vanuit niet-westerse landen was alleen Chili vertegenwoordigd.
Eigen wegen
De drie bestuursleden gingen (buiten een gedeelde B&B) overwegend hun eigen weg. Petrie bezocht alle historische lezingen over Florence Nightingale, Cecile vrijwel alle over psychiatrie of andere bijzondere takken van verpleegkunde, en Liesbeth vooral die met een sterk historische, koloniale of niet-westerse inslag. Alle drie verzamelden ze visitekaartjes van potentieel interessante connecties. Petrie gaf de SHVB presentatie over ‘Neonatology: achieving the impossible with nursing supplies’. Dit was een van de weinige lezingen van medisch/verpleegkundige aard; de meeste bijdragen waren filosofisch, ethisch of sociologisch van aard. (Bij congressen met artsen is het doorgaans andersom.)
Netwerken
In de wandelgangen is individueel met allerlei mensen genetwerkt en op zaterdagavond werd gezamenlijk op aangename wijze nader kennis gemaakt met Robert Simons en Hugo Schalkwijk, respectievelijk lid van het bestuur van het Historisch College V&VN (en van het Comité van Aanbeveling van SHVB) en historicus en sinds kort adviseur van het Historisch College. Dit voelde veelbelovend aan.
Liesbeth Hesselink en Cecile aan de Stegge,
26-2-2020