Door bestuurslid Liesbeth Hesselink, Leiden.
Aan het begin van de 20e eeuw gingen de eerste Nederlandse verpleegsters totaal onvoorbereid naar Indië toe. Als we de eerste indrukken lezen van Barbara Lind, een zuster die op eigen verzoek ontslag nam uit het Wilhelmina Gasthuis (WG) in Amsterdam om zich door het Nederlandse Rode kruis te laten uitzenden naar Atjeh dan doemt de vraag op welke voorstelling zij – en dus ook andere zusters – gehad zal hebben van haar toekomstige arbeidsterrein. Ze vond het militair hospitaal in de hoofdstad van Atjeh (nu Banda Aceh toen Kota Radja) maar bar ongezellig. ‘Wat miste ik in ’t begin de gezellige zalen van het W.G., de tafels en tafeltjes met mooie planten, de wachtlamp met mooie lampenkap, de spreien, de nachtkastjes, ja, zelfs de stoelen!’1 Blijkbaar had zij zich geen voorstelling gemaakt – kunnen maken – van de situatie in een militair hospitaal en dan nog wel in Atjeh, waar toen nog steeds een oorlog woedde. Haar collega C.M.L. Anken vertelde in een ingezonden stuk dat hun werk in het ziekenhuis werd ‘gecombineerd met dat der hospitaalsoldaten, ruw, niet voldoend, dikwijls geheel ongeschoold personeel. Ik gaf mijn gevoelen hierover schriftelijk te kennen aan de president van het “Ind. Rode Kruis”, doch dit bleef onbeantwoord.’
Continue reading Verplegen in Indië aan het begin van de 20ste eeuw